Rémi Cavagna als een adelaar in Toledo

Onderweg naar de stad van Federico Bahamontes kozen tien renners vroeg het hazenpad: O’Connor (Dimension Data), Novak (Bahrein-Merida), Stetina (Trek), Craddock (EF), De La Cruz (Ineos), Grmay (Mitchelton-Scott), Cavagna (Quick-Step), Arndt (Sunweb), Dillier (AG2R), Armirail (Groupama FDJ).

Het leek eerder een rustige en saaie etappe te worden tot in een verkeerd ingeschatte bocht op 65 km van het einde meerdere renners te val kwamen. Veel geel van Team Jumbo-Visma erbij net als hun leider Rogic en López. Tony Martin bleef zitten op het asfalt en gaf even later op.

De val was meteen het sein voor Movistar om vol aan de bak te gaan, eerst nog wat schoorvoetend, dan steeds overtuigder. Roglic zat in een tweede groep achter die van Valverde en was niet al te sterk omringd. Zijn team moest wonden likken. Andere ploegen waaronder Astana (voor López) zorgden echter voor een voldoende hoog tempo om terug aan te sluiten. Movistar had even daarvoor het nutteloze (en onsportieve?) van hun actie ingezien. Een paar renners kwamen daarop verhaal halen bij Valverde.

Vooraan hield de kopgroep op 15km nog wat meer dan een minuut voorsprong over. Rémi Cavagna was even daarvoor alleen op avontuur vertrokken en maakte indruk. De Fransman hield ook in de steile slotklim stand tegenover een aanstormend peloton. Hij hield zes seconden over. Ereplaatsen waren er voor Gilbert (4), Van der Sande (6) en Teuns (7).